Boekbespreking: “Connection – Hollywood storytelling meets critical thinking”

Een verhaal in 1 woord, 1 zin en 1 alinea

Boekbespreking “Connection – Hollywood storytelling meets critical thinking” van Randy Olson, Dorie Barton, Brian Palermo (Prairie Starfish Productions, 2013.

Door David Redeker, communicatieadviseur, wetenschapsjournalist en trainer

“Die is voor mij.” Dat dacht ik toen ik de oproep op de maillijst van SciCom NL zag om het boek te recenseren over Hollywood storytelling meets critical thinking. Ik ben namelijk als improvisatieacteur al tien jaar bezig met storytelling en geef sinds het najaar van 2018 samen met Marloes ten Kate workshops Scientific Storytelling. Dus dit boek wilde ik wel eens aan een kritische blik onderwerpen. En gelukkig, na een paar spannende dagen wachten op de boekrecensietrekking, bleek het lot mij gunstig gezind en mocht ik het boek recenseren.

Drie schrijvers, één boek
Eerst maar eens over de schrijvers. Dr. Randy Olson is een Amerikaanse ex-bioloog die documentaires is gaan maken. Hij schreef eerder het boek ‘Houston, we have a narrative‘ (zie recensie van Marianne Heselmans). Dorie Barton is een actrice en scriptschrijver in Hollywood. Brian Palermo is een acteur en improvisatiedocent uit Los Angeles. Samen geven Olson, Barton en Palermo trainingen in storytelling. Na een paar jaar van die trainingen gegeven te hebben, vond Olson het wel eens tijd voor een boek. De titel luidt voluit “Connection – Hollywood storytelling meets critical thinking“. En die titel is meteen al een voorbeeld van ‘doen wat je belooft’. De schrijvers beloven namelijk dat je dankzij het boek je eigen verhaal op drie manieren kunt samenvatten: in één woord, in één zin en in één alinea.

Eén woord
Eerst maar eens dat ene woord. Dat is het thema van je verhaal. Bij dit boek is dat ‘connection‘, verbinding. Het boek gaat over verbinding omdat drie schrijvers één boek schrijven en omdat je als verhalenverteller verbinding moet zoeken met je publiek. Overigens valt het niet altijd mee om je verhaal in één woord samen te vatten. Volgens Olson (hij schrijft dit deel van het boek) kun je het thema vinden door je verhaal aan een groepje mensen te vertellen en die mensen dan te vragen wat het thema is. Hmm. Als je geen groepje mensen tot je beschikking hebt, kun je het volgens mij ook zelf doen door met jezelf te brainstormen. Het mooiste is als het thema-woord een emotionele lading heeft. Emoties zijn namelijk een krachtig middel bij verhalen vertellen. Maar daarover later meer.

Olson leert de lezer overigens ook meteen even hoe je lastige vragen kunt ontwijken tijdens een interview. Als je het echt niet meer weet, aldus Olson, dan zeg je gewoon: “Kijk, waar het eigenlijk allemaal om draait, is <voeg hier je thema in>.” De ‘Kijk’ kende ik al, maar de combinatie met het thema was nieuw voor mij. Leuk!

Eén zin
Oké, genoeg over het ene woord. Dan het verhaal in één zin. Hoe pakken we dat aan? Daar kan ik hier kort over zijn, want Olson (hij schrijft ook dit deel) heeft daarvoor rijkelijk geput uit zijn eerdere boek ‘Houston, we have a narrative‘ dat door Marianne Heselmans is besproken. Alles draait hier om het en-maar-daarom-schema (in het Engels ABT – And, But, Therefore) Het mooie van die en-maar-daarom is dat je meteen de kern van je verhaal te pakken hebt. Het voorbeeld van Marianne Heselmans:

Familie Jansen is gelukkig EN leeft in een vriendelijk stadje. MAAR toen kwam er ineens een zwaar gewapende rover het stadje binnen. (Nu wil je weten: en toen?). DAAROM gingen ma Jansen en buurtbewoners zich organiseren in patrouilles…..

Het en-maar-daarom-schema is handig in persberichten en presentaties en als je jaarverslagen of strategische agenda’s moet redigeren, maar er niet veel mag veranderen aan de teksten. Je kunt er dan ‘stiekem’ een intro boven zetten. Het mooie is als je van elk hoofdstuk het intro’s pakt, je ook al bijna je managementsamenvatting klaar hebt, maar dat terzijde.

Tijdens onze workshops Scientific Storytelling merken we dat veel wetenschappers het moeilijk vinden om met de deur in huis te vallen. Je hoeft natuurlijk ook niet meteen alles te verklappen. Maar je kunt bijvoorbeeld wel zeggen: “Ik ga nu het verhaal vertellen over hoe wij een kosmische explosie vanaf het begin hebben bestudeerd: het begon allemaal op 5 december 2017.” (wil je weten hoe dit verdergaat, lees dan het persbericht ‘Kosmische explosie in de kiem gekiekt‘).

Eén alinea
Hoe krijg je je verhaal in één alinea? Daarvoor komt scriptschrijver Dorie Parton om de hoek kijken. Ze schrijft en herschrijft al jaren Hollywoodscripts en heeft een invulformulier bedacht met negen open plekken. Elk verhaal, aldus Parton, past met wat handgrepen in het invulformulier. Het invulformulier, Parton noemt het de Logline Maker, luidt als volgt:

In een normale wereld wordt het leven van een imperfecte hoofdpersoon overhoopgegooid door een schokkende gebeurtenis. Nadat onze ‘held’ de schok te boven is, onderneemt hij actie. Maar als de problemen groter worden, moet onze held een les leren om zijn tegenstander te verslaan. Daardoor bereikt ze uiteindelijk haar doel.

Star Wars
De meeste zinsdelen kun je veranderen door wat anders en zo ontstaat er steeds een ander verhaal. Parton laat als voorbeeld de Logline Makerlos op de film Star Wars (1977):

In een tijd van galactische oorlogen, op een rustige boerderij, wordt het leven van een ongeduldige jongeman overhoopgegooid als hij een bericht vindt van een ontvoerde prinses en hij een oude man ontmoet die hem over ‘The Force’ vertelt. Nadat zijn familie is vermoord, huurt de jonge man een eigenwijze piloot in om hem te helpen de prinses en de rebellenalliantie te redden. Maar als de thuisplaneet van de prinses is vernietigd en de jongeman zich in het ruimtestation van de vijand bevindt moet hij leren hoe hij ‘The Force’ kan gebruiken. Zo kan hij de vijand vernietigen en de prinses en de rebellen redden.

Pixar Story Spine
Ik moet bekennen dat ik de Logline Maker best ingewikkeld vind. In onze workshops hanteren we liever de Pixar Story Spine. Die verhaalstructuur is overigens oorspronkelijk niet van Pixar, maar komt uit de wereld van het improvisatietheater. Hij gaat als volgt:

  1. Er was eens…
  2. Elke dag…
  3. Op een dag…
  4. En daardoor…
  5. En daardoor…
  6. Totdat…

Deze Pixar Story Spine bevat veel overlap met de Logline Maker. Het fijne aan die van Pixar is dat ie gemakkelijk te onthouden is. Het voordeel van de Logline Maker is dan weer dat je gedwongen wordt om een hoofdpersoon met wensen en obstakels te introduceren. In onze workshops leren we daarom dat bij ‘Er was eens’ een hoofdpersoon centraal staat met een verlangen en dat er halverwege, bij de ‘En daardoors’ obstakels kunnen komen.

Impro – emoties
En dan is het in het boek eindelijk tijd voor improvisatie. Brian Palermo, gelouterd improacteur en improdocent mag zijn zegje doen. In het boek komt hij niet zo goed uit de verf. Hij kan gewoon minder goed schrijven dan Olson en Barton. Dat is wel jammer, want Palermo zegt best een aantal goede dingen. De belangrijkste wat mij betreft, is dat een goed verhaal emotie moet bevatten.

Waarom moeten er emoties in een verhaal? Dat is om de connectie te maken met je toehoorders, kijkers of lezers. Stel, zo zegt Palermo, dat jij aandacht wil voor de vlamvertrager trisfosfaat. Dan zou het zo maar kunnen dat als jij honderd mensen bij elkaar zet, er maar twee of drie meteen warm worden van dit onderwerp. Hoe krijg je die andere 97 mensen geïnteresseerd? Met emoties! Wil je weten hoe dat werkt? Kijk dan naar het filmpje ‘My Toxic Couch‘ over vlamvertragers. Na, tien seconden komt de emotie. Een vrouw zegt: “Ik zit op de vloer omdat ik bang ben voor mijn bank.” Bang, aldus Palermo, is een krachtige emotie. Die 97 mensen die eerst niks wilden weten van vlamvertragers, zijn allemaal wel eens bang. Nu heb je hun aandacht en nu kun je verder met je verhaal.

Oefening baart kunst
Goed, lang verhaal, kort. Wat hebben we aan het boek? Is het een beetje om door te komen? Nou, het is in het Engels en geschreven in spreektaal. Ik moest wennen aan de spreektaal, omdat de structuur minder helder is. Aan de andere kant leest het wel lekker losjes en kunnen de schrijvers veel verhalen en anekdotes kwijt. Verder spreekt de aanpak van één woord, één zin en één alinea me aan. Die is ook heel handig voor mediaoptredens, persberichten en andere communicatie-uitingen. Ook fijn dat het boek ingaat op het belang van emoties. Gelukkig zijn er op het eind nog bijlagen met praktische tips, voorbeelden en oefeningen. Die zijn zeer welkom, want in de rest van het boek blijft het vaak nog wat oppervlakkig.

Moet je dit boek nou lezen als je een goede storyteller wil worden? Ik denk dat het zeker geen kwaad kan. Maar, zoals met veel boeken geldt: je leert het pas echt als je ermee aan de slag gaat.

Deze boekbespreking staat ook op de website van SciCom NL.